DE INDIASE ZANDMAFFIA
One World Magazine
Door Saskia Konniger
December 2019.
Een nietsontziende Indiase zandmaffia graaft rivierbeddingen, zeebodems en heuvels leeg. Een ecologische ramp. Journalisten en overheidsambtenaren die het een halt willen toezeggen worden geïntimideerd of vermoord. Een reportage.
Het gevaar van de zandmaffia
Aan zand valt flink te verdienen. In India lonken de waardevolle korrels zo sterk dat complete rivierbeddingen worden uitgegraven en geweld niet wordt geschuwd. Men spreekt zelfs van een zandmaffia.
Tekst Saskia Konniger ONEWORLD
Verdampt regenwater en ingestorte bruggen
Illegale zandgraverij is wereldwijd een onderschat probleem. In 2014 trokken de Verenigde Naties aan de bel; er is door de bevolkingstoename en verstedelijking zoveel zand nodig (onder andere voor beton) dat in landen als de Verenigde Staten, Indonesië, China en Australië de ongebreidelde afgraverij de biodiversiteit van bijvoorbeeld zeebodems ernstig aantast.
In India vernietigt de winning het bodemleven van rivieren, waarbij omwonenden de dupe zijn omdat vruchtbare oevers verdwijnen. Vorig jaar zijn zelfs vier bruggen ingestort, omdat het fundament niet meer stevig stond. Ook neemt het risico op overstromingen toe, omdat afgegraven dijken en boezems in tijden van moessonregens het water niet meer tegenhouden en absorberen. En doordat het water zich ongecontroleerd verspreidt, verdampt het voordat het de grond kan intrekken. Dus ook het grondwater zakt. Een groot probleem in India, dat kampt met een ernstige watercrisis.
Is het wel veilig?”, vraag ik milieuactivist Bhim Singh Rawat (35). Onze chauffeur Devi Singh, een vijftiger, parkeert de auto aan de rand van de weg. We staan verscholen achter een bosje, niet ver van een zandpad waar de ene na de andere vrachtwagen volgeladen met zand uit-
komt. Vanuit een bouwkeetje houden enkele mannen het terrein in de gaten. “We vragen netjes aan de voorman of we mogen kijken. Zo niet, dan rijden we door”, oppert Singh Rawat.
Door de enorme bevolkingsgroei en verstedelijking ondergaat India een bouwhausse. En het belangrijkste ingrediënt is zand, om beton mee te maken. De zandzucht is ongekend; de vraag stijgt jaarlijks met 10 procent en de prijs stijgt exponentieel. Momenteel ligt het bedrag op zo’n 300 euro per vrachtwagen, waar gemiddeld zo’n 15.000 kilo zand in zit. Vorig jaar ging er 700 miljoen ton zand om in de sector. Dat betekent dat de zandwinning goed is voor een omzet van grofweg 14 miljard euro per jaar. Ongebreidelde zand- graverij gebeurt op grote schaal in het noordwesten (in de staten Haryana, Rajasthan, Madhya Pradesh en Uttar Pradesh, die allemaal relatief dicht bij hoofdstad New Delhi liggen) en in het zuiden aan de kust (Goa, Tamil Nadu). Het zand wordt gebruikt in bouwprojecten in heel India.
Het overgrote deel van de zandwinning voldoet niet aan de eisen die verschillende regionale hoven in uitspraken hebben vastgelegd. Ook het Indiase Hooggerechtshof heeft uitspraak gedaan over zandgraverij. Zo mag het niet ten koste gaan van het milieu en mogen er in de meeste gevallen geen grote machines worden ingezet. Gebeurt dat wel, dan is het dus in feite illegaal. Maar er is een groot grijs gebied en er bestaat geen nationale aanpak. Zandmijnbouw valt onder ‘kleine mijnbouw’, waardoor handhaving wordt overgelaten aan regionale overheden. Elke staat heeft eigen richtlijnen opgesteld. Ze geven vergunningen uit – een mooie inkomstenpost – en kijken niet of nauwelijks of het binnen de richtlijnen en juridische kaders gebeurt. Omdat er zoveel winsten te behalen zijn en de zandbedrijven afhankelijk zijn van vergunningen, zijn de boven- en onderwereld nauw met elkaar verbonden; vandaar dat er gesproken wordt van een zandmaffia. Volgens een rapport van het overheidsorgaan Centre for Science and Environment (CSE) uit 2016 is 70 procent van alle zandgraverij illegaal. De onderzoekers stelden tevens dat er amper mankracht is voor controle. En als er pogingen zijn om zandgraverij te controleren of in te perken binnen de toegestane norm, deinzen de partijen die winst maken er niet voor terug om geweld te gebruiken.
In 2018 vielen er 28 doden, waaronder ambtenaren, journalisten en activisten die tegen illegale zandwinning in het geweer kwamen. Zo werd journalist Sandeep Sharma (35), die onderzoek deed naar misstanden, in maart 2018 door een truck doodgereden. Dit jaar heeft de illegale zandgraverij al 24 mensenlevens gekost. Deels door ongelukken, maar ook door maffiageweld. Zo zijn in Rajasthan, een deelstaat grenzend aan Pakistan, afgelopen maand nog twee mensen omgekomen in een vuurgevecht tussen politie en zandsmokkelaars.

Vrachtwagens af en aan
Het is nog vroeg. We zijn al enkele uren vanuit New Delhi op pad om een idee te krijgen hoeveel zand er wordt afgegraven aan de Yamuna, de grootste zijrivier van de Ganges. Bhim Singh Rawat is milieukundige en werkt voor de organisatie South Asia Network on Dams, Rivers and People (SANDRP). Door publicaties op hun website en in de Indiase media probeert hij overheden tot actie te bewegen tegen illegale zandgraverij. Singh Rawat kent de omgeving rondom de rivier Yamuna in deelstaat Haryana goed. Dorpelingen houden hem op de hoogte van misstanden. Recente- lijk ontving hij bericht dat na de laatste moessonregens de illegale zandgraverij opnieuw is toegenomen.
We benaderen een man in het bouwkeetje. Hij blijkt de eigenaar van de grond en stelt zich voor als de 28-jarige Arun Kambose. Hij is een van de vele Rajputs in dit gebied; zij behoren van oudsher tot de hogere krijgerskaste en zijn tegenwoordig vaak grootgrond- bezitters. “Ik ben eigenlijk boer”, legt Kambose uit. “Maar ik krijg vijftigduizend roepies (zo’n 635 euro) per jaar voor de verhuur van mijn grond aan zandbedrijf MP Traders.” Het bedrijf heeft hem tevens een administratieve baan aangeboden: hij registreert de passerende trucks. Zo’n honderdvijftig per dag, afkomstig van enkele tientallen transportbedrijven. Hij vertelt dat MP Traders per jaar een half miljoen euro aan de deelstaat betaalt voor de graafvergunning – een astronomisch bedrag. De schaal waarop hier wordt gegraven is volgens Singh Rawat veel te groot, maar zo’n geldbedrag verklaart waarom de overheid een oogje toeknijpt.
We vragen of we de trucks naar de rivierbedding mogen volgen. Kambose twijfelt. Als de opzichter van het zandbedrijf ons in het oog krijgt, gebaart hij aan Kambose dat hij ons uitgeleide moet doen.
“Zo werkt de zandmaffia dus”, zegt Singh Rawat als we weer in de auto zitten. “Door de machtigste boeren mee te laten profiteren, verstommen ze tegenstand.” We rijden verder stroomopwaarts en passeren binnen enkele kilometers een tiental overslagplaatsen. Om de minuut worden we de bosjes ingedreven door een wiegende vrachtwagen overbeladen met zand. Als ze ons passeren, laten ze ons achter in een verstikkende stofwolk. De vegetatie is aan weerszijden van de weg bedekt met een dikke laag grijs stof. Ook de huizen aan de rand van de weg, opgetrokken uit steen of slechts enkele golfplaten, zijn bedolven onder stof.
Het netwerk van belanghebbenden in de zandwinning is groot en ondoorzichtig; corruptie is een groot probleem. Zo loopt er een zaak tegen mijnbouwstaatsminister Gaitry Parjapati uit Uttar Pradesh en is deze maand ene Banku Singh Kansana, de zoon van een politicus uit Madhya Pradesh, aangehouden voor het in elkaar slaan van politieagenten die illegale zandgravers wilden arresteren. Ook Kansana had banden met de zandgraverijbusiness.
Er zijn veroordelingen, maar helaas zijn deze zaken slechts een druppel op een gloeiende plaat. “Veel rechtszaken zijn een politiek spel”, zegt Singh Rawat. “Ze komen niet voort uit de wens om de natuur te beschermen. Bovendien heeft deze regering een belangrijke wet, de RTI, die burgers in staat stelt de overheid te controleren, machteloos gemaakt. Ik zie alleen maar een verdere vervlechting van onder- en bovenwereld.”
Maanlandschap
Als Singh Rawat en ik overleggen over hoe we de graafactiviteiten in de rivierbedding te kunnen bekijken, biedt onze chauffeur Devi Singh aan om zijn familieconnecties te gebruiken: “Mijn zwager woont hier dichtbij aan de Yamuna-rivier.” Puur toeval. “Gelukt”, zegt hij na een kort telefoontje. “We kunnen via het dorp van mijn zwager de rivierbedding op. En geen zorgen. Er zal jullie niets overkomen. Wij Rajputs staan in voor het welzijn van onze gasten.”
Devi Singhs zwager blijkt evenals Arun Kambose in dienst van een zandgraverijbedrijf. Ook hij verhuurt zijn akkers als zand- doorvoerplaats. Hij ziet geen tegenstelling in zijn werkzaamheden en ons doel; het vastleggen van de schade en schaal van de afgra- ving. Even later rijden we op een enorme tractor over de droge rivierbedding, op een klein stroompje na. De rivier ziet eruit als een maanlandschap vol trucksporen, kilometersbreed. Aan de horizon heffen graafmachines hun bakken en storten kilo’s zand in de vrachtwagens. Singh Rawat tuurt rond om de loop van de rivier te ontdekken. De zandgravers hebben het water omgeleid om zich toegang te verschaffen tot de zandbodem. “Zie je? Geen leven”, zegt Singh Rawat. “En waar zijn de vogels?”
Singh Rawat vraagt de werkende mannen, allemaal Rajput-boeren uit de directe omgeving, of ze zich realiseren dat ze schade toebrengen aan het ecologische systeem. “We verdiepen de rivier”, werpt een van hen tegen. “We voorkomen juist overstromingen.” Singh Rawat benadrukt dat de nadelen groter zijn dan de voor- delen. Ze moeten zelf toch hebben gemerkt dat het leven in de rivier is verminderd? “We zijn nu zandboeren”, stelt een andere boer en haalt zijn schouders op. “Economische motieven tellen het zwaarst”, zegt Singh Rawat, als we teruglopen naar de oever. “Het is kortetermijndenken.”
Het beeld van de genadeloos leeggegraven rivier is niet alleen iets van hier; in heel India gebeurt hetzelfde met talloze rivier- beddingen, heuvels en stranden. De belangen zijn groot. Zo legt de Indiase overheid prioriteit bij het bouwen van huizen en infra- structuur om de zo gewenste economische groei te stimuleren, vaak ten koste van arbeidsrechten en milieu.
Intimidatie
We rijden verder, in de richting van de stad Yamunanagar. In een van de omliggende dorpen, Kanalsi, bezoeken we enkele boeren die niet blij zijn met de illegale zandwinning. Ook zij behoren tot de hogere Rajputkaste. “Als het graven met beleid gebeurt, dan is het niet zo erg”, stelt de 42-jarige Inderpal Singh. “Maar de manier waarop nu gegraven wordt, vernietigt de natuur.” De leraar van het dorp, Sanjay Kambose, een dertiger, voegt zich bij het gezelschap. “Trucks rijden dag en nacht af en aan. We doen geen oog dicht door de geluidsoverlast. En al dat stof gaat in onze longen zitten.”
“We willen dat het stopt”, benadrukt boer Suresh Bana (58). “De trucks vernietigen onze wegen. De vogels komen niet meer. En de bomen die we aan de oever hadden geplant, hebben ze weggehaald. Ze houden zich niet aan de regels.” Samen met zijn broer Kiran Pal Bana (62) heeft hij bij de lokale autoriteiten een klacht ingediend. Met als gevolg dat zíj nu worden aangeklaagd. “Ze zeggen dat we een illegale zandbrug hebben gemaakt”, zegt Kiran Pal Bana. “Maar het was in een zijtak van de rivier. Op die plek mag dat. We wilden naar de overkant.”
“Intimidatie”, stelt buurman Inderpal Singh. “In het dorp naast ons hebben boeren ook geprotesteerd. Ze werden door knokploegen van de zandbedrijven in elkaar geslagen. Ze graven gewoon door”, vervolgt hij aangedaan. “Zelfs als er kinderen sterven.” Leraar Sanjay Kambose legt uit: “Er zijn door de afgra- vingen afgelopen augustus twee kinderen verdronken. Ze liepen enkele meters de rivier in – die op die plek normaal gesproken tot hun middel kwam – en gleden opeens een diep gat in. De familie heeft aangifte gedaan, maar er is niets gebeurd.”
“Heb jij last van intimidatie?”, vraag ik Singh Rawat, als we terugrijden naar New Delhi. “Op dit moment niet”, reageert
hij. “Maar enkele jaren geleden, toen ik aan de rivierbedding onderzoek deed naar vervuiling, zette een brede man opeens een revolver tegen mijn hoofd. Hij dacht dat ik hun graafactiviteit kwam stoppen. Een boer met wie ik samenwerkte kon uitleggen dat ik daar niets mee te maken had en toen kon ik gaan.”
Als we New Delhi bereiken, zegt Singh Rawat: “Ik denk er wel eens over om ook aangifte te doen, maar onze organisatie heeft maar drie medewerkers. Het kost veel tijd en geld om een rechts- zaak aan te spannen tegen wetsovertreders. En ik wil het alleen doen als ik mijn familie veilig heb ondergebracht in de staat waar ik vandaankom, ver weg in het hoge noorden.”
Naschrift: Bhim Singh Rawat heeft lokale autoriteiten, waaronder een mijnbouw- en een vervuilingsambtenaar, op de hoogte gesteld van zijn bevindingen en heeft om een reactie gevraagd. Ze hebben toegezegd met hem in gesprek te gaan.

Milieuactivist Bhim Singh Rawat werd bedreigd met een revolver toen hij onderzoek deed naar vervuiling van een rivierbedding. “Economische motieven wegen het zwaarst.”
Foto Saskia Konniger