De Verborgen Tuin, Goudsmeden in Noord-India is in 2011 uitgegeven door KIT Publishers

Voor Rijksmuseum Volkenkunde (Leiden) reisde ik als conservator India in het spoor van Mogol- en Rajputhoven naar India om gouden sieraden te verzamelen en onderzoek te doen naar de edelsteen- en goudsmidsector en alles wat ermee samenhangt. Het resultaat was de tentoonstelling De Verborgen Tuin, juwelen uit India (13 okt 2011 t/m 6 januari 2013). Een reis van 16e-eeuwse hoftradities naar het India van nu in de Rajasthaanse steden Jaipur en Bikaner. Bij de tentoonstelling verscheen de geïllustreerde catalogus De Verborgen Tuin, Goudsmeden in Noord-India.

Blogs over het onderzoek die hierbij horen:

KLIK HIER VOOR JAIPUR STAD VAN DE EDELSTENEN

KLIK HIER VOOR VELDWERK GOUDSMEDEN INDIA

Inleiding

In de winter van 2007 ging ik in opdracht van Museum Volkenkunde naar Noord-India om in het spoor van de tradities van Rajputkoningshuizen en het Mogolrijk gouden sieraden te verwerven. Het project betrof ‘contextueel verzamelen’. Dat wil zeggen, niet alleen de aankoop van objecten was belangrijk, het ging evenzeer om het vastleggen van observaties en interviews in tekst en beeld. Het onderzoek richtte zich op de invloed van processen van globalisering en de huidige mondiale economie op het leven van edelsmeden en hun vak in de Rajasthaanse steden Jaipur en Bikaner. De resultaten geven een beeld van de wereld van de goudsmeden, van hun producten en van de consumentenmarkt anno nu.

 De verzamelreis mondde uit in een ware ontdekkingstocht. Zo bleek de eeuwenoude kundan-techniek, die faam verwierf in de Mogolperiode, nog in zwang. Kundansieraden zijn kostbaar. ‘Kundan’ betekent namelijk letterlijk puur goud (24-karaat). Het betreft een techniek waarbij edelstenen, zoals diamant, smaragd en robijn, geplaatst in een 22-karaats gouden zetting, worden afgewerkt met linten van 24-karaats goud. Voor de kunstliefhebber bevat de achterzijde van de sieraden de ware schat. Die zijn namelijk geëmailleerd met prachtige dier-, blad- en bloemmotieven. Men noemt deze schilderingen ook wel ‘de verborgen tuin’, een verwijzing naar de prachtige tuinen van de Indiase heersers, onttrokken aan het oog van de doorsnee onderdaan. Kundansieraden zijn niet langer voorbehouden aan de Indiase aristocratie. In hedendaags India is een groeiende middenklasse in staat de exclusieve sieraden te kopen. Kundan is daarmee uitgegroeid tot een populair genre, een trotse verwijzing naar de traditionele koninklijke Noord-Indiase identiteit.

 De Verborgen Tuin bevat vijf hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk gaat in op de geschiedenis van de edelstenenhandel en verhaalt over het leven aan het Mogolhof en de Rajputhoven. Juwelen – kostbaar, handzaam en luisterrijk – speelden er een belangrijke rol. Het hoofdstuk plaatst de huidige edelsteenhandel en het edelsmeed-ambacht in een bredere historische traditie. Hoofdstuk twee is een verslag van het bezoek aan de Rajasthaanse hoofdstad Jaipur, een van de snelst groeiende steden van India en – vanwege de Rajputhofgeschiedenis – een populaire toeristenbestemming. Hoewel Jaipur in de race om de mondiale sieradenmarkt al enige tijd flinke concurrentie krijgt van Chinese productiesteden zoals Shenzhen en Guangzhou, is de stad al eeuwenlang een belangrijk centrum van de internationale edelstenenindustrie. Ik bezocht juweliershuizen en maakte kennis met handelaren en edelsmeden. Hoofdstuk drie bevat het verslag van mijn verblijf in Bikaner. Lokale goudsmeden proberen hun weg te vinden in de moderne mondiale economie. Kleine zelfstandigen vinden moeilijk aansluiting bij de internationale markt. Dit hoofdstuk wordt gevolgd door een fotoreportage van het kundanmaakproces, van goudklomp tot sieraad.

 Eind 2008 wankelt het westerse banksysteem. Hypotheken kunnen niet meer worden afgelost, budgetten lopen leeg en faillissementen worden aangevraagd. In de Verenigde Staten is een toenemend aantal mensen dakloos. En in India? Twee derde van de bevolking leeft al sinds ze kunnen heugen van één of twee dollar per dag. Je zou verwachten dat de mondiale financiële crisis aan hen voorbij zou gaan, maar niets bleek minder waar toen ik in 2011 opnieuw in India was. Mijn aanvraag voor de aankoop van enkele topstukken ter aanvulling van de collectie in 2007 was gehonoreerd, de financiering voor een nieuwe verzamelreis was rond. Met mijn hoofd vol vragen dook ik opnieuw de straten van Jaipur in. Hebben de goudsmeden last van de hoge goudprijs of profiteren ze er juist van? En hoe vergaat het de edelsteenhandelaren? Hoofdstuk 5 is het verslag van een terugkeerreis in maart 2011.

Interview

error: Content is protected !!
Share This